De Bullshit Bingo
Andere thuiswerkers kennen het misschien wel. Je bent ontzettend van plan om aan je eigen eettafel te gaan zitten en aan het werk te gaan. Maar net als je wilt beginnen valt je oog op die stoffige vensterbank. Even een lapje er overheen halen. Zo, klaar, en aan het werk. O, wacht eens even, de vaatwasser piept dat hij klaar is. Die dan meteen maar even uitruimen. Is dat ook weer gebeurd. Nu ga ik echt beginnen.
De bel; “Wilt u dit pakketje aannemen voor nummer 3?” Natuurlijk, geen probleem. Hey, daar is de buurvrouw van nummer 8.” Hoe gaat het nu met je dochter?” (Beter een goede buur dan een verre vriend hè) Wacht! Is het nu al half twee? Ik moet m’n kind van school halen. En daar ging je werkdag.
Beter ga ik aan het werk bij mijn favoriete selfservicerestaurant. Hier word ik niet afgeleid en er heerst een soort sociale controle waardoor ik ook niet op mijn laptop even lekker de laatste aflevering van Expeditie Robinson ga kijken. Ik voel me ook altijd heel druk en belangrijk als ik daar zit. Zelfs een klein beetje hip tussen al die laptoppers die vast iets heel boeiends aan het doen zijn daarmee veel geld verdienen.
Heel soms is er een contactmomentje. Er heerst toch een gevoel van verbondenheid. “Wat doe jij?” wordt er dan gevraagd. Ik slik voor ik zeg “Ik ben tekstschrijver”. Klinkt raar; zo officieel. Schrijven is voor mij zo’n natuurlijk proces dat ik vergeet dat niet iedereen het kan en het dus echt een beroep is.
Maar tot mijn verrassing kijken veel mensen me juist heel serieus aan. “Goh, gaaf.” zeggen ze soms. “Wat voor teksten schrijf je?” Dan geef ik ze een hele korte pitch die ik onlangs heb geschreven en uit mijn hoofd heb geleerd. Dan sta ik niet meer zo te hakkelen. Ze lijken oprecht onder de indruk. Zouden al die mensen hier eigenlijk net zo onzeker zijn als ik soms ben? En geen idee hebben waar ze nou precies mee bezig zijn.
Niet allemaal in ieder geval.
Vandaag zitten twee tafeltjes verder een paar sjiek uitziende heren. (ja, ik weet het; zo schrijf je dat niet maar het klinkt veel beter als je het een beetje slissend uitspreekt en dus ook schrijft)
Eén ervan zit nogal luidruchtig ontzettend ingewikkelde woorden te gebruiken. "IOR-based, leveraging, circlebranding, framevermogen, synchronisatie van markttransacties op de take-out" Wat wil die man nu eigenlijk zeggen? Ik moet me echt inhouden om niet hardop in lachen uit te barsten.
Gast, serieus? Ik geloof best dat je heel goed bent in wat je doet, maar heb je echt deze termen nodig om te zeggen wat je bedoelt?
De twee andere heren reageren af en toe op wat hij zegt. Zouden zij het wél snappen? Hebben zij gewoon minder de behoefte hun kennis luidkeels te delen met de rest van het restaurant? Of zouden zij straks in de auto op het parkeerterrein heel snel ‘circlebranding’ googelen?
Nu hou ik bijzonder veel van mooie woorden. En van overdrijven. Waarom het saaie ‘willen’ gebruiken als er zulke mooie alternatieven zijn als ‘wensen’ of, nog beter, ‘smachten’. En waarom zou je ‘ergens langs lopen’ als je ook kunt ‘passeren’. Maar dat hele bullshit bingo gedoe daar heb ik echt niks mee. Kent u de Bullshit Bingo? Het gaat zo: voorafgaand aan een vergadering kiest u 10 kreten. Van die echte kantoorwoorden als: ‘win-win situatie’, ‘synergie’, ‘brainstormen’, ‘resultaatgericht’, ‘heroverwegen’, ‘toegevoegde waarde’ en ‘focussen’. Schrijf die op een papiertje en begin. Wanneer u 5 van deze kreten tijdens de ‘meeting’ (dat is er trouwens ook een) voorbij hebt horen komen roept u heel hard ‘BULLSHIT’!
Klinkt als een grap maar wanneer dit door een bedrijf daadwerkelijk wordt gebruikt als ‘tool’ (ja, die ook), dan kàn het mensen dwingen om beter na te denken over wat ze nu écht willen zeggen.
Amerikaanse termen zijn, zoals u ziet, inmiddels volledig ingeburgerd in het bedrijfsleven. Zo erg zelfs dat er bijna geen Nederlands alternatief meer is. Hoe leg je het woord ‘branding’ kort uit? Iets met ‘de zichtbaarheid en bekendheid van een merk vergroten door middel van marketingtechnieken’. Maar daar ga je alweer: ‘marketing’ oftewel ‘marktkunde’ is ook zo’n Amerikaans woord met een héle brede betekenis.
Als tegenhanger is de nogal aanmatigende term ‘Jip & Janneke-taal’ bedacht. Dit is wat je technisch gezien B1 taal noemt. Het is gebleken dat 60% van de Nederlanders niet boven dit niveau uitkomt in zijn of haar taalgebruik. Best schokkend als je bedenkt dat B1 niveau eigenlijk op Europees niveau betekent dat je de basisvaardigheden van een ándere taal beheerst.
Toch geven steeds meer mensen aan, ook hoger opgeleiden, behoefte te hebben aan eenvoudige en duidelijke taal. Als tekstschrijver moet ik steeds goed kijken naar de beoogde doelgroep van mijn teksten om vervolgens de passende taal te kiezen. Veel advocaten en artsen hebben van hun docenten en hun mentors geleerd om in ‘welhaast 19e-eeuwse terminologieën te converseren’. Die voelen zich niet serieus genomen wanneer je ze aanspreekt als gelijken en zien een zeer formele taalkeuze als uiting van respect.
Politici hebben de afgelopen 20 jaar doorgekregen dat de gemiddelde stemgerechtigde de vloer met je aanveegt wanneer je niet ‘gewoon je moerstaal’ spreekt. De aristocratische houding van vroegere ministers is niet meer van deze tijd. Aan de andere kant mag Mark Rutte blijkbaar ook niet zeggen dat criminele jongeren ‘tuig’ zijn. Terwijl iedereen toch prima begrijpt wat hij bedoelt. Ja, die politici hebben het knap lastig tegenwoordig.
Persoonlijk hou ik het meest van de taal die de kinderboekenschrijvers uit de jaren 70 en 80 van de 20ste eeuw gebruikten. Thea Beckman, Evert Hartman en natuurlijk Jan Terlouw. Beschaafd, mooi en kleurrijk Nederlands. Geen betuttelende korte zinnetjes maar zeker ook geen hoogdravende betogen waar een kort en bondig woord voldoende is.
Maar wat mij betreft is het belangrijkste dat men taal niet misbruikt om de eigen onzekerheid te maskeren. Of om de toehoorder te imponeren en zelfs te intimideren. Of dat nu is met grove beledigingen en scheldwoorden of overdreven dure woorden; wanneer je alleen praat om jezelf te horen, sla je de plank hoe dan ook mis.
Gebruik de woorden die je echt nodig hebt om te laten zien wie je bent en je gedachten te delen. Kies woorden die dichtbij jezelf blijven en die bij je passen. Maar denk ook aan degene tegen wie je praat. Al die woorden zijn uiteindelijk toch bedoeld voor iemand anders dan jezelf. Ze zijn bedoeld om een ander te raken, te bereiken, te inspireren, te steunen of te motiveren.
En geef zo veel mogelijk complimenten. Dat zijn de allermooiste woorden. Spread the Love! ;-)